Uitspraak in het Plat: /hʊbəlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: hub·be·lig
hubbeliger hubbeligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hubbel + -ig