jiddelig
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ˈjɪ·də·lɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking:
jid·de·lig
jiddeliger
jiddeligst
[1]
kaart voordoen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „jiddelig”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
Over de kaarten
Stader Geest:
Marcus Buck: mündlich nawiest op de Stoder Geest
Nedersaksisch:
kribbelig
,
opreegt
Nederlands:
nerveus
zenuwachtig
Engels:
nervous
excited
jittery
Duits:
aufgeregt
nervös
voreilig
unruhig
hektisch
ruhelos
ungeduldig
hastig
Etymologie:
Woord afleidt van:
-ig
Tweelingswoorden:
jibbelig
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen