Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
leeftalig
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/lɛɪ̯ftɔːlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking:
leef·ta·lig
leeftaliger
leeftaligst
[1]
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
leef
un
fründlich
Nederlands:
lieftallig
Engels:
fond
affectionate
tender
kind
Duits:
zärtlich
gefällig
liebreich
freundlich
liebevoll
zugeneigt
zuneigungsvoll
zugetan
gewogen
Voorbeelden:
He
hett
mi
leeftalige
Wöör
in
’t
Ohr
tuustert
.
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
leef
+
Taal
+
-ig
Tweelingswoorden:
leeftadig
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.