Uitspraak in het Plat: /tuːnɛːɡəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Tuun·e·gel
Pluralis: Tuun­e­gels m de Tuun­e­gel
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Tuun + Egel