Uitspraak in het Plat: /ɛːɡəl/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: E·gel
Pluralis: E­gels m de E­gel
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dor löppt en Egel!