Uitspraak in het Plat: /baŋhaftɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: bang·haf·tig
bangehaftiger bangehaftigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: bang + -haftig