Uitspraak in het Plat: /plʊdəɾɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: plud·de·rig
pludderiger pludderigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
los
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Büx sitt so pludderig.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: pluddern + -ig