Uitspraak in het Plat: /ʃuːfkɔː͡ɐ/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schuuv·koor
Pluralis: Schuuv­ko­ren f de Schuuv­koor
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
wheelbarrow Meer tonen
Duits:
Schubkarre Meer tonen
Voorbeelden:
De Schuuvkoor fangt an to rusten.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: schuven + Koor