Uitspraak in het Plat: /kɛːtəlbøːy̯tɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ke·tel·bö·ter
Pluralis: Ke­tel­bö­ters m de Ke­tel­bö­ter
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ketel + böten + -er
Identieke woorden ››› Ketelböter ❔︎