Uitspraak in het Plat: /dɾɔu̯mdyːdɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Droom·dü·der
Pluralis: Droom­dü­ders m de Droom­dü­der
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Droom + düden + -er