Uitspraak in het Plat: /ɔu̯ɡn̩stɛɪ̯kɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: O·gen·ste·ker
Pluralis: O­gen­ste­kers m de O­gen­ste­ker
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:
Diene Fro is en wohren Ogensteker!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Oog + steken + -er