Uitspraak in het Plat: /dɪʃɐ/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Di·scher
Pluralis: Di­schers m de Di­scher
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Disch + -er