Uitspraak in het Plat: /ɪnlɛɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: In·leg·ger
Pluralis: In­leg­gers m de In­leg­ger
[1]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: inleggen + -er