zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pud·din·g·schöt·tel
Pluralis: Pud­din­g­schöt­teln f de Pud­din­g­schöt­tel
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Schall ik Puddingschötteln för’n Nadisch rutkriegen?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Pudding + Schöttel