Uitspraak in het Plat: /døːy̯zɪç/ 🔊︎
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: dö·sig
dösiger dösigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
suf
Engels:
dizzy Meer tonen
Duits:
dösig Meer tonen
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: dösen + -ig