Uitspraak in het Plat: /ɡlʏksspɛːl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Glücks·speel
Pluralis: Glü­cks­spe­len n dat Glü­cks­speel
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
He hett veel Geld mit Glücksspeel dörbröcht.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Glück + Speel