Uitspraak in het Plat: /fəɾlɛɪ̯ɾɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ver·le·rer
Pluralis: Ver­le­rers m de Ver­le­rer
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Verlerer von de Wett mutt betahlen.
Antoniemen:
Winner

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: verleren + -er