Uitspraak in het Plat: /vɔːtɐdɪçt/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: wa·ter·dicht
waterdichter waterdichtst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Is de Jack ok waterdicht?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Water + dicht