Uitspraak in het Plat: /snɛɪ̯ʃuː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Snee·schuur
Pluralis: Snee­schuurn n dat Snee­schuur
Pluralis: Snee­schuur f de Snee­schuur Westfaals
Pluralis: Snee­schuur n dat Snee­schuur
Pluralis: Snee­schüür n dat Snee­schuur
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Snee + Schuur