Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Passascheer
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/pasaʒɛː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Pas·sa·scheer
Pluralis:
Passascheers
m
de Passascheer
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Passascheer”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 3, pagina 302
Nedersaksisch:
Gast
op
en
Reis
mit
en
Fohrtüüg
Nederlands:
passagier
Engels:
passenger
Duits:
Passagier
Voorbeelden:
De
Fleger
müss
nootlannen,
nadem
en
Passascheer
en
Nootfall
harr
.
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.