Uitspraak in het Plat: /fɔː͡ɐtyːç/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fohr·tüüg
Pluralis: Fohr­tüüg n dat Fohr­tüüg
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: fohren + Tüüg