Uitspraak in het Plat: /flɛɪ̯ɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fle·ger
Pluralis: Fle­gers m de Fle­ger
[2]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: flegen + -er