Uitspraak in het Plat: /laŋviːlɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: lang·wie·lig
langwieliger langwieligst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Mi is langwielig! Laat uns wat ünnernehmen!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: lang + Wiel + -ig