Uitspraak in het Plat: /bətɛɪ̯kn̩/
werkwoord
Afbreking: be·te·ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
Voorbeelden:

Werkwoordvormen:

infinitief:
be­te­ken
voltooid deelwoord:
be­te­kent
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik be­te­ken
du be­te­kenst
he/se/dat be­te­kent
wi be­te­kent
ji be­te­kent
se be­te­kent
verleden:
ik be­te­ken
du be­te­kenst
he/se/dat be­te­ken
wi be­te­ken
ji be­te­ken
se be­te­ken
voltooid:
ik heff be­te­kent
du hest be­te­kent
he/se/dat hett be­te­kent
wi hebbt be­te­kent
ji hebbt be­te­kent
se hebbt be­te­kent
conjunctief:
ik be­te­ken
du be­te­kenst
he/se/dat be­te­ken
wi be­te­ken
ji be­te­ken
se be­te­ken
imperatief:
be­te­ken!
be­te­kent!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: be- + teken