Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Dummbüdel
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/dʊmbyːdəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Dumm·bü·del
Pluralis:
Dummbüdels
m
de Dummbüdel
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
figuratief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Dummbüdel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Zuidwest-Ostfalen:
Albert Hansen:
Holzland-ostfälisches Wörterbuch.
Ummendorf 1964, pagina 80
Oost-Mecklenburg:
Carl Friedrich Müller:
Reuter-Lexikon.
Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 31
PDF, 5,1 MB
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 102
Nedersaksisch:
dummen
Keerl
Nederlands:
domkop
Engels:
ignoramus
dunce
simpleton
Duits:
Dummkopf
Dummbatz
Einfaltspinsel
Voorbeelden:
Du
büst
ok
en
ollen
Dummbüdel
!
Versteihst
du
dat
denn
nich
?
[2]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [2] van „Dummbüdel”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Zuidwest-Ostfalen:
Albert Hansen:
Holzland-ostfälisches Wörterbuch.
Ummendorf 1964, pagina 80
Nedersaksisch:
Büdel
,
mit
den
man
een
dumm
slahn
kann
vör allen
in
de
Seggwies
mit
’n
Dummbüdel
kloppen
Duits:
Dummbeutel
sinnbildlich
in
Redewendungen
wie
mit
dem
Dummbeutel
geschlagen
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
dumm
+
Büdel
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.