Uitspraak in het Plat: /ɛɪ̯ɡn̩ɔː͡ɐt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: E·gen·oort
Pluralis: E­gen­oor­den f de E­gen­oort
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
He hett so siene Egenoorden, aver ik mag em.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: egen + Oort