Uitspraak in het Plat: /ɛɪ̯nɪçkaɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: E·nig·keit
Pluralis: E­nig­kei­ten f de E­nig­keit
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: enig + -keit