zelfstandig naamwoord
Afbreking: A·macht
Niet gebruikt het pluralis f de A­macht
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Tostand ahn Bewusstsien
Nederlands:
Engels:
fainting Meer tonen
Duits:
Ohnmacht Meer tonen
Voorbeelden:

Etymologie:

Woord afgeleid van: Macht