Uitspraak in het Plat: /kɪnbɔː͡ɐt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kinn·boort
Pluralis: Kinn­bäärt m de Kinn­boort Mecklenburgisch
Pluralis: Kinn­boort m de Kinn­boort
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kinn + Boort