Uitspraak in het Plat: /nɔːnɔmɛːtɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Na·no·me·ter
Pluralis: Na­no­me­ters m de Na­no­me­ter
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Strukturen op Chips warrt in Nanometers meet.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: nano- + Meter