Uitspraak in het Plat: /spøːy̯kəlviːf/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Spö·kel·wief
Pluralis: Spö­kel­wie­ver n dat Spö­kel­wief Westfaals, Pruisisch
Pluralis: Spö­kel­wie­ven n dat Spö­kel­wief
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: spökeln + Wief