Uitspraak in het Plat: /spøːy̯khaftɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: spöök·haf·tig
spöökhaftiger spöökhaftigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Spöök + -haftig