Uitspraak in het Plat: /øːvɐnɛçtɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: ö·ver·näch·tig
geen trappen van vergelijking
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Voorbeelden:
He keek mi mööd mit övernächtige Ogen an.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: över + Nacht + -ig