Böter in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /bøːy̯tɐ/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Bö·ter

Pluralis: Böters m de Böter

[1]

perifere woordenschat

Nedersaksisch:

Person, de versöcht dör Böten kranke Lüüd gesund to maken

Engels:

incantor

person who recites an incantation, e.g. to heal a wart or other medical condition

Duits:

Besprecher

Person, die versucht, durch Böten (Besprechen) zu heilen

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: böten + -er

Identieke woorden ››› Boter ❔︎

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.