Uitspraak in het Plat: /ɾɛs·taʊ̯·ˈɾɑ̃/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Res·tau·rant
Pluralis: Res­tau­rants n dat Res­tau­rant
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Lokal, in dat dat Eten gifft
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden: