Uitspraak in het Plat: /spiːkɐbøːn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Spie·ker·böhn
Pluralis: Spie­ker­böh­nen m de Spie­ker­böhn
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Spieker + Böhn