Uitspraak in het Plat: /fɪnstɐʃap/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Fins·ter·schapp
Pluralis: Fins­ter­schäpp n dat Fins­ter­schapp Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Fins­ter­schäpp m de Fins­ter­schapp
Pluralis: Fins­ter­schap­pen m de Fins­ter­schapp

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Finster + Schapp