Uitspraak in het Plat: /bɾʏdɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: brüd·dig
brüddiger brüddigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wat hebbt wi vondaag för brüddige Luft!

Etymologie:

Woord afgeleid van: -ig