Uitspraak in het Plat: /kɪnɔfɪlm/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ki·no·film
Pluralis: Ki­no­fil­men m de Ki­no­film
[1]
geavanceerde woordenschat
TV
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kino + Film