Uitspraak in het Plat: /bœ͡ɐɡɐtiːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bör·ger·tiet
Niet gebruikt het pluralis f de Bör­ger­tiet
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:
Dat warrt bilütten Börgertiet, ik mutt nahuus!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Börger + Tiet