Uitspraak in het Plat: /bœ͡ɐɡɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bör·ger
Pluralis: Bör­gers m de Bör­ger
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Borg + -er