Uitspraak in het Plat: /fəɾspɾɛɪ̯kn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ver·spre·ken
Pluralis: Ver­spre­ken n dat Ver­spre­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Kannst du mi en Verspreken geven?

Etymologie:

Woord afgeleid van: verspreken
Identieke woorden ››› verspreken ❔︎