Uitspraak in het Plat: /kasn̩nɔːkiːkɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kas·sen·na·kie·ker
Pluralis: Kas­sen­na­kie­kers m de Kas­sen­na­kie­ker
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kass + Nakieker