Uitspraak in het Plat: /afʃafn̩/
werkwoord
Afbreking: af·schaf·fen
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
wat, wat begäng weer, ophören laten
Nederlands:
afschaffen
Engels:
abolish
Duits:
abschaffen
Voorbeelden:
En groten Deel von de Staten op de Welt hett de Doodsstraaf afschafft.

Werkwoordvormen:

infinitief:
af­schaf­fen
voltooid deelwoord:
af­schaff­t
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik schaff af
du schaff­st af
he/se/dat schaff­t af
wi schaff­t af
ji schaff­t af
se schaff­t af
verleden:
ik schaff af
du schaff­st af
he/se/dat schaff af
wi schaf­fen af
ji schaf­fen af
se schaf­fen af
voltooid:
ik bün af­schaff­t
du büst af­schaff­t
he/se/dat is af­schaff­t
wi sünd af­schaff­t
ji sünd af­schaff­t
se sünd af­schaff­t
conjunctief:
ik schaff af
du schaff­st af
he/se/dat schaff af
wi schaf­fen af
ji schaf­fen af
se schaf­fen af
imperatief:
schaff af!
schaff­t af!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + schaffen
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.