Uitspraak in het Plat: /kɔːmɐjʊmfɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ka·mer·jum·fer
Pluralis: Ka­mer­jum­fern f de Ka­mer­jum­fer
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kamer + Jumfer