zelfstandig naamwoord
Afbreking: Jum·fer
Pluralis: Jum­fern f de Jum­fer
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits: