Uitspraak in het Plat: /axtɐɡɛːvəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ach·ter·ge·vel
Pluralis: Ach­ter­ge­vels m de Ach­ter­ge­vel
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: achter + Gevel