Uitspraak in het Plat: /vʊlʃɔːl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wull·schaal
Pluralis: Wull­schaals m de Wull­schaal
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Nehm dien Wullschaal mit, dat schall koolt warrn.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Wull + Schaal