Uitspraak in het Plat: /vøˑy̯ɾva͡ɐks/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wöör·warks
Niet gebruikt het pluralis n dat Wöör­warks
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
Voorbeelden:
Ik will hier nich veel Wöörwarks maken un faat mi kott.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Woort + Warks