Uitspraak in het Plat: /vɔːnʃɪp/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wahn·schipp
Pluralis: Wahn­scheep n dat Wahn­schipp
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:
Ik heff en Tiet op en Wahnschipp in Amsterdam leevt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wahnen + Schipp